Hoe ging het bij de kapper?

Het is alweer bijna een week geleden dat ik naar de kapper ging. De afspraak stond gepland op 10.30. Het is heerlijk dat je hier overal te voet naartoe kan. Wandelend erheen groette ik iedereen die ik tegen kwam. Dat is hier heel normaal, zoals dat in Nederland ook gewoon is in wat kleinere gemeenschappen. Veel mensen ken ik nu van gezicht. Het is leuk elkaar zo te groeten, maar ik weet ook dat het verder nooit zal komen. De relaties liggen meestal al vast als je wat ouder bent en nieuwe vriendschappen zitten er dan niet meer in. Ik vind dat niet erg, want ik ben tevreden met het kleine groepje bekenden om me heen.

Ik stap de kapperszaak binnen op de afgesproken tijd en zie twee vrouwen in de kappersstoelen zitten van het eenmansbedrijf. De ene wordt geknipt en de andere zit met natte (ogenschijnlijk geverfde) haren in een stoel te wachten, strak voor zich uit kijkend. Patricia (de kapper) zegt dat ik een ´minuutje´ moet wachten en wijst naar een stoel. Ik knik en ga zitten. Patricia en de gast die zij aan het knippen is zijn in een levendig gesprek verwikkeld over een huis in de campo waarin de klant is gaan wonen. Watertoevoer, placas de sol en beplanting, van alles komt ter sprake. Intussen knipt Patricia rustig verder alsof er niemand op haar wacht. Na een half uur is ze eindelijk klaar met knippen en ik haal opgelucht adem. Tot mijn schrik zie ik dan dat zij nog niet klaar is. Ze zet een badmuts op het pas kortgeknipte hoofd, een badmuts met gaten. Uit die gaten trekt Patricia plukken haar. Die moeten geverfd worden (coupe soleil). Patricia loopt even weg om verf te pakken en dan ziet ze mij zitten. Vraagt of ik ook geverfd moet worden. ´Nee, alleen geknipt,´ zeg ik. ´Maar als je geen tijd hebt, dan kom ik wel een andere dag terug.´ ´Jawel jawel,´ haast zij zich te zeggen. Er is nu meer dan een half uur voorbij. Ik zie ook op het gezicht van de strak voor zich uit kijkende dame met het natte haar een verbeten uitdrukking.

Ik app naar Ahmad dat ik geen zin heb om nog langer te wachten. Dat ik zin heb om ertussenuit te knijpen. Het lijkt wel of Patricia mijn gedachten kan raden. Ineens wenkt ze me. Ik loop in haar richting en ga in een stoel voor een spiegel zitten. Maar zij staat achter de bak waar haren gewassen worden. Ik kijk naar haar op en zie haar naar me lachen. Ik schrik van haar lach. Wat is er met haar lippen gebeurd? ´Mijn haar hoeft niet gewassen,´ zeg ik. Maar op zijn minst wel nat gemaakt vindt zij. Ik loop braaf naar de bak en terwijl ik dat doe hoor ik de vrouw met het natte haar protesteren. Zij was toch eerder dan ik? ´Jij bent zo.´ zegt Patricia streng. Dan laat ze me zitten met mijn hoofd voor de bak en een handdoek om mij heen. Ze gaat nu verder met de plukken haar van de vrouw met de badmuts. Shit! Nu zit ik hier gevangen en kan niet meer weg. Ik app dit naar Ahmad en die moet erom lachen.

Het duurt niet te lang voordat ze terugkomt en snel mijn haar natmaakt en er een spul in doet. Ik denk een conditioner. Ze kamt mijn haar uit en zij doet dat vakkundig zonder de helft eruit te trekken. Daarna mag ik plaats nemen in de stoel voor de spiegel. Maar ze begint me nog niet te knippen. Eerst mag het boze dikkerdje met de natte haren voor de wasbak komen zitten en worden haar haren uitgewassen. Intussen kijk ik naar mijn eigen spiegelbeeld en vind ik mezelf best meevallen. De andere twee vrouwen van mijn leeftijd hebben bolle koppen en ik ben blij met mijn eigen gezicht waarin meer reliëf zit.

Eindelijk komt Patricia mij knippen. Ik kan lekker mijn mond houden want zij blijft kletsen met de vrouw met de badmuts. Ik kijk intussen naar Patricia en zie dat zij heel vakkundig bezig is. Nu ik haar goed kan bekijken via de spiegel, zie ik dat zij haar lippen heeft laten opspuiten. Had ze dat maar niet gedaan. Zij knipt en laat mijn haren wapperen alsof ze het al jaren doet. Dat is de reden dat ik meer vertrouwen heb in eenmanskapperszaken dan in grotere kapperszaken. Iemand die een eigen kapperszaak begint, heeft in de regel zoveel ervaring dat hij of zij en risico van een eigen zaak aandurft. In een groter bedrijf weet je nooit wie je knipt. Misschien wel iemand die nog maar net de kappersschool heeft afgemaakt.

Uiteindelijk föhnt ze mijn haar heel luchtig en ga ik tevreden de deur uit, na 20 piek contant te hebben betaald. Bij haar kan je niet met je betaalpas betalen, maar wel met een visakaart. Heb je geen ´viso´, vraagt ze me. ´Nee, ik heb geen viso.´

Ik ben na een week redelijk tevreden met mijn haar. Heb er zelf nog wat in zitten knippen, omdat een piek me stoorde.

Maar voortaan ga ik weer in Nederland naar mijn vertrouwde kappertje Petra. Zij is de enige die weet hoe mijn haar te knippen opdat het goed om mijn hoofd valt. En zij doet niet aan flauwekul. Gewoon even nat maken met de plantenspuit en knippen. En dan vertrek ik gewoon met half nat haar. Ik hoop dat haar bedrijfje nog bestaat. Ze heeft inmiddels afscheid moeten nemen van een hond waarvan ze veel hield en haar moeder was ernstig ziek. Ik hoop dat Petra nog o.k. is.