Wakker schrikken

Dat deed ik vannacht en ik lag daarna een tijd wakker met een onrustige gedachte. Welke nummers moet ik bellen, als ik hier in Andalusië ben en Ahmad ineens dood naast me ligt? Ik heb geen idee hoe dat gaat in Spanje. ´Dat moet ik hem morgen toch eens vragen´, besloot ik en daarna kwam ik met enige moeite weer in slaap.

Lang geleden, op 8 mei 1986, trof ik mijn 4 dagen oude zoontje Imran in de ochtend dood in zijn bedje. Ik liep met het koude lijfje in dekens gewikkeld naar beneden en belde, alsof dat vanzelfsprekend voor me was, de huisarts. En dat was, zo bleek later, het juiste om te doen. Minder logisch was het dat ik hem in veel dekentjes wikkelde, in de hoop dat hij dan warm zou worden en weer tot leven zou komen. Dat is heel irrationeel, maar wel begrijpelijk, gezien de shock waarin ik verkeerde.

Maar vannacht sloeg ineens als de bliksem de gedachte bij me in dat ik niet weet wat ik moet doen bij een eventueel plotseling overlijden van mijn lieve levensgezel.

Hetzelfde als in Nederland, zo vernam ik in de ochtend aan het ontbijt. Hier bel je alleen niet de huisarts maar het alarmnummer 112, opdat er een medicus langskomt om de dood vast te stellen. En daarna bel je de begrafenisverzekering, die het verder regelt. Niet zo ingewikkeld dus. Ahmad heeft de nummers naar me gemaild en dat ga ik goed bewaren. Evenzo krijgt hij van mij een overzichtje wat hij moet doen, als ik ineens het loodje leg, hetzij hier hetzij in Nederland.

Gezellig onderwerp, nietwaar. Ik besef dat het niet prettig is erover te denken en te praten, maar ik weet ook dat op onze leeftijd elke nieuwe, gezonde dag een geschenk is.

Hoe kom ik erop? Misschien door het verhaal te horen van anderen en te beseffen dat het niet zo vanzelfsprekend is dat je geluk samen maar blijft voortduren. Ook zie ik in de spiegel en in de reflectie van mijn tablet mijn steeds oudere kop en dan besef ik dat ik niet meer bij de jonkies hoor. Ik doe mijn best om fit te blijven door te fietsen en te wandelen. Maar het enige dat ik daarmee heb bereikt is dat ik nu een prototype ben van de uitdrukking: ´van achter lyceum en van voren museum´.

Morgen ga ik naar de kapper. Mijn ´meisjeslange´ haar een beetje bijknippen.