Wandelen als therapie

Vaak wordt mensen die een beetje of erg depri zijn aangeraden om te gaan wandelen. Al lopende in de buitenlucht, of het nu in een mooi bos is of langs bewoonde straten, kan je rustig nadenken of je openstellen voor indrukken. Er is altijd wel wat te zien, als je wilt kijken.

Ahmad maakt elke ochtend een korte wandeling en ik ging al een tijdje niet meer mee. In plaats daarvan doe ik wat ochtendgymnastiek of ik rijd kilometers op mijn stilstaande fiets. Maar sinds gisteren loop ik weer met hem mee. Ik besefte dat ik al een flinke tijd in onze atico zit opgesloten, weliswaar met een mooi terras en uitzicht op groene heuvels maar ook met weinig nieuwe info voor de zintuigen. Ik denk dat ik die nieuwe info wel nodig heb. Het hoeft niet spectaculair te zijn. Een wandeling in de eigen omgeving kan voor mij al interessant genoeg zijn.

Ahmad loopt meestal steeds hetzelfde rondje, maar met mij erbij breiden we de wandeltochten wat verder uit. Vanmorgen daalden we af aan het einde van onze straat en maakten we Ahmads rondje in omgekeerde richting, waarna we bovendien wat verder om liepen. Ik keek mijn ogen uit en besefte aan den lijve dat wandelen heilzaam is, alleen of samen met een ander. Zelfs beter dan antidepressiva of drugs? En nu herinner ik me dat ik altijd al troost heb geput uit wandelen.

Dat doet me denken aan mijn buurvrouw, die al vier jaar binnen zit. Haar wonden lijken te genezen, nu ze eindelijk een goed vaste thuiszorgverpleegster heeft, die weet hoe ze haar wonden moet verzorgen. Na april, als ik weer in Nederland ben, wil ik graag met haar gaan wandelen.