Glimlach die het hart verwarmt

Gisteren was het nog steeds druilerig en zompig weer. We merken dat we hier tot nu toe geen zin hebben in een ochtendwandeling. De grijze lucht lokt niet om naar buiten te gaan. Maar na de koffie besloten we even naar de Action te wandelen voor een nieuw fietslampje en naar de Surinaamse winkel voor loempia’s voor bij de bami. We liepen zoals gebruikelijk arm in arm, ik met één hand in de jaszak van Ahmad en de andere in mijn eigen jaszak.

‘Je kan wel zien dat hier veel arme mensen wonen,’ zeg ik tegen Ahmad. Voor ons loopt een enigszins manke figuur in een joggingbroek op goedkope gympies en in een armoedige jas. Als we passeren zie ik hem een sigaretje opsteken. Dat zal je vaak zien bij mensen met een kleine beurs. Ze bezuinigen niet op hun paffie en in de regel ook niet op huisdieren.

We zien watervogels ronddansen. Het is een ballet van cirkelen en duiken naar voedsel.

Vanuit de school, waarop vroeger mijn kinderen zaten, zien we een stoet gehoofddoekte vrouwen met kinderen komen. ‘Dat was heel anders toe mijn kinderen daar nog op school zaten. Een meerderheid van de islamitische moeders droeg toen geen hoofddoek. Dat is een verschijnsel van de laatste jaren,’ zeg ik. Ahmad knikt. Het is allemaal te danken aan de import van salafistische imams die hel en verdoemenis prediken. ‘Mensen worden nu bang gemaakt in de moskeeën,’ zucht ik.

Even later passeert ons een jonge moslima, met hoofddoek. Zij kijkt naar mij en glimlacht naar me. Het is een glimlach die mijn hart opent. Het voelt alsof de zon even doorbreekt. Ik glimlach terug naar haar. Ik ken haar helemaal niet, maar de glimlach die zij mij schonk is er één van herkenning. Alsof we elkaar al jaren kennen.

‘Zag je dat?’ vraag ik Ahmad. ‘Hoe lief dat meisje naar me lachte?’ Ja, hij heeft het ook gezien.

Zo een glimlach doet mij heel veel en maakt mijn dag goed. Misschien moeten mensen dat vaker doen. Naar elkaar glimlachen in plaats van elkaar bestrijden met bijdehante opmerkingen op twitter en dergelijke.