Uit dagboek2

Het niet zomaar oordelen over een ander blijft voor mij een aandachtspunt. Ook als ik kijk naar mijn lief. Ik moet me constant realiseren dat ik ook maar kijk vanuit mijn kokervisie en vooral beseffen dat ik niets beter ben dan wie ook.

Ik las vanmorgen in een column in het NRC dat mensen die anderen bekritiseren niet zozeer begaan zijn met de wereld om zich heen en wat die anderen elkaar aandoen maar dat zij eerder spreken vanuit de behoefte zich beter te voelen dan die anderen. Dat vond ik een rake opmerking.

Het is moeilijker om werkelijk naar jezelf in de spiegel te kijken dan dat het is om een ander te bekritiseren. Ik wil, telkens als ik een wrevel in mezelf voel opkomen naar wie of wat ook, goed bij mezelf nagaan waar die wrevel vandaan komt. Meestal heeft het onaangename gevoel meer met mezelf te maken dan met de ander. Alles is reflectie. Letterlijk. In mijn omgeving zie ik constant mijn innerlijk weerkaatst. De omgeving is een gegeven. Het is aan mij om mijn rol in de waarneming daarvan te erkennen. Hoe ik kijk heeft meer met mij te maken dan met mijn omgeving. Dat moet ik onthouden. Als ik vrij ben van vooroordeel, dan voel ik enkel liefde en vertrouwen.

Uit dagboek

Gisteren las ik een boek getiteld ´het meisje dat de wereld veranderde´ van Machiel Hoek. Hoewel ik anders denk dan de hoofdpersonen (bijvoorbeeld de opa die gelooft in reïncarnatie en in de kracht van affirmatie) wilde ik mijn vooringenomenheid opzij zetten en het boek toch uitlezen. Ik heb er zeker wat van opgestoken. Zoals dat mensen hun angsten en vooroordelen kunnen doorgeven aan volgende generaties. Dat een ieder de wereld bekijkt vanuit een uniek standpunt en dat daardoor de meningen en waarheden van mensen van elkaar verschillen. Dat het goed is om te beseffen dat jouw ´waarheid´ er maar één van vele is.

Ik merk dat ik nog steeds vaak ´invul´ wat iets zou moeten zijn zonder het echt te aanschouwen en vervolgens te beschouwen. Als je al een mening hebt over iets dan kan je niet meer goed kijken naar wat werkelijk plaatsvindt en voelen wat dit met je doet. Je hebt datgene wat plaatsvindt al ingedeeld in ervaringen of gebeurtenissen die je kent uit eerdere ervaring. Dat is een euvel waarvan je steeds meer last krijgt naarmate je ouder wordt. Een kind kijkt nog onbevangen naar de wereld om zich heen, want het heeft nog niet zoveel ervaringen. De wereld doet zich aan een kind meer voor als telkens nieuw en anders. Hoe ouder men wordt en hoe meer men heeft ervaren, hoe meer men geneigd is elke nieuwe gebeurtenis in te delen en te categoriseren in iets dat men al eerder heeft meegemaakt. Daardoor kijkt men dan niet echt maar plaatst men als het ware dat wat men ziet al in een vakje.

Vanmorgen bedacht ik dat ook liefde en geborgenheid of gebrek daaraan kan worden doorgegeven van generatie op generatie. Ik voelde nooit de liefde van mijn moeder, maar als ik me verplaats in haar, dan bedenk ik me hoe zij zich gevoeld kan hebben in haar jeugd. Haar vader was een belangrijk man en altijd aan het werk en haar moeder was veel aan het bridgen en niet thuis. Zij was overgeleverd aan de zorg van bedienden. Dat moet eenzaam zijn geweest. En zo heeft een ieder een geschiedenis en handelt deze vanuit wat deze heeft ervaren.

Ik wil niet te veel vertrouwen op wat ik denk te weten uit ervaring, maar echt kijken en voelen wat plaatsvind op elk moment. Dat kan alleen door volledig te zijn in het moment en al mijn zintuigen te gebruiken. Mijn waarneming en gevoel bij een gebeurtenis zijn slechts één van vele mogelijke belevingen die een ander op datzelfde moment en dezelfde plaats kan hebben. Maar een waarneming zonder oordeel is voor mij werkelijker dan wanneer ik alvorens goed te kijken en te luisteren een ervaring direct indeel in een voor mij bekende categorie. Zonder deze onnodige hersengymnastiek en ballast in mijn hoofd oogt de wereld frisser en kan ik adequater reageren op mijn omgeving.

Het gevaar van boos worden

Eens vroeg een trouwe moslim aan de profeet vzmh wat hij moest doen om dichter bij Allah te komen. De profeet antwoordde: ´Wees niet boos´. ´Maar ik ben niet boos,´ sprak de man hierop. ´Ik wil alleen maar weten hoe ik dichter bij Allah kan komen en een betere moslim kan zijn.´ ´Wees niet boos,´ zei de profeet nogmaals en dit zelfde herhaalde zich voor de derde keer. De man had niet begrepen wat de profeet hem wilde duidelijk maken. Om dichter bij Allah te komen moet je in staat zijn je woede te beheersen, één van de moeilijkste dingen voor de mens, die geneigd is tot reageren met woede op gebeurtenissen, beledigingen, valse beschuldigingen enz.

Grandscheikh Abdullah ad Daghestani zei tijdens zijn leven dat teneinde een stapje dichter bij Allah te komen, cq je iman (geloof) te versterken, je minstens 40 dagen niet boos moet worden. Dan zou je een stapje verder zijn in je iman. En na nog eens 40 dagen niet boos zijn zou je nog een stapje verder komen, enz. Bij een aanval van woede evenwel, zonder dat je daarvoor achteraf vergiffenis vraagt aan Allah, zou je geloof een flink aantal stappen kelderen. Hij gaf ook het advies nooit langer dan drie dagen boos te blijven.

Beheersing van woede en geduld zijn veel geprezen deugden in zowel de islam als het soefisme. Er is een soefiverhaal over een soefiwijze die al een heel stuk gevorderd was op de weg naar nabijheid met de Geliefde (de Schepper, Allah). Hij werd dan ook alom gerespecteerd als een wijs en verlicht man. Hij was al jaren niet meer boos geweest. Op een bepaald moment kwam hij terecht in een streek waar men nog niet van hem gehoord had. Iemand vroeg hem of hij moslim was. Hierop ontstak de man in grote woede. ´Kan je dat niet aan me zien?´ brulde hij. ´Zie je niet hoe ik erbij loop, met mijn tulband en mijn staf? Weet je niet hoe bekend ik ben in het gebied waarvandaan ik kom?´ Hierop kelderde hij een flink aantal stappen in zijn iman. Zijn nafs (ego) had hem in zijn greep gekregen. Zijn arrogantie en ijdelheid verleidden hem tot deze woedeaanval.

Het nafs (ego) ligt overal op de loer om ons te strikken en veroorzaakt foute intenties en reacties. Het nafs doet zich voor als onze beste vriendje, een knuffelbaar diertje dat gekoesterd moet worden. Maar in werkelijkheid is het een stinkend monster.

Sheikh Nazim zei ooit dat als je in staat zou zijn om het ware gezicht van je nafs te zien, dat je dan dagen niet zou kunnen eten of slapen van walging. Je grootste vijand is je nafs. En de grootste jihad of strijd (Jihad ul Akbar) is de strijd tegen je eigen nafs. Onze vijand moeten we niet buiten onszelf zoeken maar binnenin onszelf. Als iedereen dat zou doen, dan was er vrede in de wereld.

Sheikh Nazim zei ook: als je je nafs onder controle hebt gekregen dan berijd je deze als een gevleugeld paard. Maar als je je nafs de controle laat overnemen over je ziel en je gedrag dan draag je het monster op je rug en loop je ermee te sjouwen. Verder raadt hij je aan om als je boos bent naar je gezicht in de spiegel te kijken. Dan kijk je het monster in de ogen.

Uitgepraat

De laatste tijd merk ik steeds vaker dat ik minder zin heb om in dit weblog te schrijven. Niet omdat ik niet van schrijven houd, want dat doe ik heel graag. Maar wel omdat ik vind dat ik niks meer te vertellen heb.

Ik ben ooit met dit weblog begonnen omdat ik veel wilde vertellen over de islam zoals ik die ervaar. Ik hoopte een ´brug´ te kunnen zijn tussen moslims en Nederlanders met een andere levensvisie. Ik was immers een Nederlandse moslim met kennis van beide culturen.

Ik heb het nodige geschreven en al mijn stukjes over islam (of stukjes die enigszins refereerden aan mijn geloofsovertuiging) bovendien gebundeld in een overzichtelijk gratis boekje.

En verder schreef ik wat over mijn leven hier in Alhaurin de la Torre en in Den Haag.

De laatste tijd heb ik steeds meer het idee dat ik uitgepraat ben. Ik vind het niet meer zo interessant wat ik te melden heb en zeker niet in die mate dat ik het zou willen delen op een openbaar platform. Ik merk dat ik bij het schrijven in dit weblog altijd voor ogen houd dat iedereen het kan lezen en dat maakt dat ik me meer dan ik zou willen op de vlakte houd en oppervlakkig blijf. Niet alles is voor iedereen die het lezen wil bestemd. Ik wil graag verder schrijven maar met meer vrijheid.

Gisteren overwoog ik wat ik nu wilde. Helemaal dit weblog uit de ether halen en alleen datgene wat ik tot nu te geschreven heb bewaren voor mijn kinderen (wat ik sowieso zal doen)? Of het weblog online houden en er gewoon een tijd niet in schrijven. Mensen die er toch in willen lezen kunnen dan alsnog oude stukjes lezen. Zoals de oefeningen na een gammanail heupoperatie, die mogelijk nuttig kunnen zijn voor mensen. Ik heb gekozen voor het laatste.

Ik ga wel door met schrijven, maar ga dit verder doen in het programma ´word´ in de vorm van een soort dagboek. Ik zal daarin mijn diepste gedachten en herinneringen aan het digitale ´papier´ toevertrouwen. Als ik na een tijdje merk dat mijn gedachten gedeeld mogen worden met meerdere mensen kan ik er een boekje van maken of ze alsnog plaatsen in dit weblog. Maar het is in principe niet mijn doel om voor anderen te schrijven. Maar eigenlijk voor mezelf als een soort ´gesprek met mezelf´.

Ik wens de anderhalve trouwe lezer die ik heb alle goeds voor nu en de toekomst, alvast fijne kerstdagen en een mooi liefdevol 2024.

Google helpt vaak (e-reader liep vast)

Foto heeft niks te maken met dit stukje

Gisteren deed mijn e-reader het ineens niet meer. Mijn Kobo was totaal geblokkeerd en reageerde niet meer op mijn tikjes tegen het touchscreen.

Karamba! Ik bliijf een beetje pielen met het ding, probeer hem uit te zetten door op de aan/uit knop te drukken, de enige knop die het ding heeft. Maar zelfs uitzetten lukt niet echt. Hij start dan gewoon opnieuw op en blijft geblokkeerd. ´Kan ik helpen?´ vraagt de altijd oplossingsgerichte Ahmad, die zelf lekker naast me ligt te lezen in zijn Kindle (die nog nooit problemen heeft gegeven). ´Ik denk het niet,´ antwoord ik somber. Ik laat het ding even op mijn nachtkastje liggen en ga wat in mijn telefoon lezen.

Dan bedenk ik me dat ik hulp voor het probleem aan Google kan vragen of desnoods aan de robotapp Nova. Ik vraag het eerst aan Google en daar lees ik dat ik de aan/uit knop 15 seconden moet indrukken, dan 5 seconden wachten en vervolgens de knop weer 5 seconden moet indrukken. Het ding gaat nu wonderwel echt uit en ook weer aan, maar het scherm blijft geblokkeerd voor het openen van boeken op mijn lijst. Ik kan wel drukken op instellingen. Google vertelt me ook dat indien het probleem blijft voortbestaan het nodig kan zijn om de fabrieksinstellingen terug te zetten. Dan verliest men wel alle boeken die op de e-reader staan.

Vooruit dan maar. Ik tik aan: fabrieksinstellingen herstellen. En inderdaad doet de e-reader het weer als een geoliede machine. Ik moet me wel opnieuw aanmelden bij Kobo en daarvoor even WiFi inschakelen.

Het gekke is dat ik één boek in mijn opgeschoonde e-reader aantref: een door mij onder pseudoniem geschreven roman die ik ooit uitgaf bij Kobo en daar vervolgens zelf aanschafte. Wat raar. Maar toch leuk dat er een boek op mijn e-reader staat. Ik begin erin te lezen. Dit keer is het geen probleem meer om van pagina naar pagina te gaan. Er is totaal geen sprake meer van een blokkade. Ik blijf lezen, terwijl Ahmad zijn boek al heeft dicht gedaan en is gaan slapen. Best een aardig boek, denk ik nu ik het herlees. Het is een verhaal dat ik totaal bij elkaar verzonnen heb. Het behelst mijn leven met mijn eerste man zoals het ook had kunnen zijn als hij een totaal andere persoonlijkheid was geweest. Maar ik heb er gebeurtenissen in verwerkt die wel waar gebeurd zijn, onder andere uit mijn leven in Pakistan. Alle personen in het boek zijn gebaseerd op bestaande mensen, maar ik heb alles dooreen gehaald en namen veranderd.

Vandaag ga ik wat boeken downloaden. Eigenlijk vind ik het niet erg, zo een ´schoonmaak´ op mijn e-reader. Er stonden veel titels op van boeken die ik uit had en nooit zou herlezen of het waren boeken van de bibliotheek waarvan de leen-tijd verlopen was. Na 3 weken is zo een boek dan niet meer leesbaar (dat gaat automatisch) maar de titel blijft wel in je lijst staan. Slordig vind ik dat .

Nu lekker weer met een schone lei (lijst) beginnen…..

Woningnood

Er is een tekort aan huizen in Nederland en sommigen geven daarvan de schuld aan de instroom van asielzoekers.

Maar naar mijn weten is deze woningnood niet nieuw. Hij bestond al in de 70er jaren. Niet voor niets gingen mensen toen leegstaande panden kraken.

In mijn vroege jeugd merkte ik niet zoveel van dit tekort aan huizen. Aangezien mijn stiefvader beroepsmilitair was kregen we vrijwel altijd bij elke verhuizing een woning toegewezen op de vliegbasis waar hij ging werken. In Duitsland waren dat geheel ingerichte woningen (met serviesgoed en al) in een bosrijke omgeving. Op de vliegbasis Deelen woonden wij in een barak waar voorheen soldaten in gehuisvest waren. De woning was niet aangepast voor ons als gezin. We hadden daar drie WC´s naast elkaar en het huis bestond uit een lange gang met te veel kamers en een keuken. Het was voor mijn broer en mij ideaal om verstoppertje te spelen. Om de barak heen was natuur en daar huppelden eekhoorntjes en konijnen rond.

Toen we naar Eindhoven verhuisden werd het wat lastiger. Mijn stiefvader kreeg toen niet direct een woning en daarom trokken we enige tijd in bij zijn moeder, die woonde in een houten woning genaamd ´ons houten kasteel´. Daarna woonden we een tijdlang in een prefab houten woning die te klein was voor vier gezinsleden maar uiteindelijk kregen we een leuke eengezinswoning in een wijk die het ´witte dorp´ genoemd werd. Dat sloeg niet op de huidskleur van de mensen, maar op die van de woningen.

Toen ik uit huis ging en naar Utrecht vertrok, aanvankelijk om bij de Spoorwegen te gaan werken, was het heel moeilijk om een kamer te vinden. Ik vond een klein hokje op twee hoog in een zijstraatje van de Oude Gracht. Ik kon daar niet koken en douchen (moest daarvoor naar een badhuis en naar de mensa). Naast mij woonde nog een jongen. We waren slechts gescheiden door een dunne wand. Als hij een scheet liet kon ik het horen. Gelukkig was hij verder rustig.

Later vond ik een grotere kamer in de wijk Lombok. De kamer was op het noorden en ik had alleen een butagaskacheltje. In de avond ging ik vroeg naar bed om de kou niet te voelen. Ik moest het keukentje op de overloop delen met een heel dominante meid die alle keukenkastjes voor zichzelf gereserveerd had en bij mijn aankomst al aankondigde wanneer zij kookte en de keuken dus niet toegankelijk was voor mij. Ik liet dat over me heenkomen, zultje dat ik toen nog was. Het duurde niet al te lang. Na een koude winter en een zomer werd ik eruit geknikkerd, omdat mijn hospita een baby kreeg en de ruimte nodig had.

Toen heb ik me met mijn toenmalige vriendje aangesloten bij de groep krakers waar mijn broer deel van uitmaakte. Mijn broer woonde op 1bis met die krakers en dat huis was al enigszins bewoonbaar. Nummer 1 stond nog leeg maar was in een verschrikkelijke staat. Daar trokken wij in. Het heeft wel een tijd geduurd om die benedenwoning annex café met bar bewoonbaar te maken. Het bleef ook daarna behelpen, maar het was te doen.

Ik was intussen psychologie gaan studeren Dat ging ik doen vanuit de gedachte dat ik mensen wilde helpen. Ik was informatrice bij de NS maar ik wilde meer kunnen doen voor mensen dan reizen uitstippelen. Als er een ´gastarbeider´ bij de balie kwam met een papiertje en daarop een adres en de man sprak geen woord Nederlands, dan wilde ik het liefst met hem meelopen om hem de weg te wijzen. Ik merkte al snel dat ik niet paste tussen de andere informatrices en dat ik andere dingen wilde met mijn leven.

Als student kon ik me inschrijven voor een studentenflat. Dat heb ik gedaan en na jaren was ik eindelijk aan de beurt voor een kamer in een studentenflat, gedeeld met negen andere meiden en later in een gemengde (d.w.z. jongens en meisjes bij elkaar) ´viereenheid´.

Later ging ik weer terug naar het kraakpand waar inmiddels een plek vrij was gekomen op 1bis.

Toen al was er woningnood, ook al was het aantal inwoners in Nederland een stuk lager dan nu. Maar er was een tekort aan huizen, zowel voor kamerbewoners als voor gezinnen. Ook toen moesten mensen met een laag inkomen jaren wachten op een sociale woning. Een verschil met nu was dat de koophuizen goedkoper waren en veel mensen hebben daarvan geprofiteerd door toen een huis te kopen. Er waren ouders die hele panden opkochten om daar hun studerende kinderen in te huisvesten en de rest van de kamers te verhuren, een goede investering.

Ik heb als bijbaantje een tijdje bij huisvesting gewerkt en zag toen al mensen wanhopig en nijdig worden aan de balie omdat ze geen huis kregen. Ik zag zelfs een keer een man over de grond rollen van frustratie.

Wat wil ik zeggen met dit lange verhaal? Dat woningnood niet iets nieuws is in Nederland. Het is een oud probleem en de oorzaak ligt niet bij het aantal inwoners dat we hebben of de instroom van buitenlanders. Het ligt aan het beleid. Wat daar precies aan schort weet ik niet, maar er is een permanent tekort aan woningen voor alle typen huishoudens. Al jaren!

Gedicht van de mysticus Attar

Ahmad vond dit gedicht op YouTube en toen ik het bekeek rolden de tranen over mijn wangen van herkenning en ontroering. Omdat ik het graag wilde delen met mensen die geen Spaans spreken heb ik de video gedownload en daarna voorzien van een Nederlandse ondertiteling.

Reza Fattahi

De video in zijn origineel is te zien op een YouTube kanaal genaamd The Two Worlds. Als je daar een kijkje neemt zie je dat er meer mooie video´s te zien zijn. Bovendien heeft de maker, Reza Fattahi, ook een website met mooie blogs. Hij heeft een boek uitgegeven op Amazon in drie talen met de titel ´The Two Worlds´.

Partij voor de Dieren

Binnenkort zijn er verkiezingen in Nederland. Maar ik kan niet stemmen vanaf hier. Eigenlijk vind ik dat wel jammer, want ik heb dit keer duidelijk een idee wat de partij van mijn voorkeur is: De PvdD. En dat is niet alleen maar omdat deze partij opkomt voor het welzijn van dieren, maar daarnaast vanwege andere programmapunten waar zij voor staan. Het is ook een partij die benadrukt dat minder consumeren en exporteren gewenst is en dat veel land dat nu wordt ingenomen door excessieve landbouw en veeteelt beter gebruikt kan worden voor huizenbouw.

Terwijl de SP en andere ´linkse´ partijen eigenlijk vechten om een groter deel van de koek voor de minder bedeelden pleit de PvdD voor een ´minder gulzig eten van de koek´ door ons allen. We ´lijden´ nu door overconsumptie, doorgeschoten groothandel en daarmee vernietiging van natuurlijke bronnen. Dat doorbreek je niet met alleen een andere verdeling van een koek die in principe al onnodig groot en dik is. Dat is wat mijn simpele brein vaststelt. Maar ik denk dat juist de partijen waarin ik geen vertrouwen heb gaan winnen. We zullen het binnenkort zien. Het liberalisme, waarbij het individu centraal staat, viert overal hoogtij, gesteund door machten die groter zijn dan ik. ($$$$$$$)

Ganzen

Ik begin te begrijpen waar de uitdrukking ‘domme gans’ vandaan komt. Al begrijp ik niet waarom men dit alleen pleegt te zeggen om een vrouw mee aan te duiden en geen man. Wat wij zien is dat de ganzen (m/v) allemaal even slim of onnozel zijn.

Als er iemand komt met een zak voer en daarmee gaat wapperen beginnen de op bovenstaande foto afgebeelde ganzen enorm veel lawaai te maken. Daarmee lokken ze alle andere vogels naar het voer dat gestrooid gaat worden. In de regel komen dan vooral eenden snel vliegend of als speedboten over het water scherend op het voer af. De ganzen zijn dan in de regel de laatsten die op een sukkelgang afkomen op het voer dat zij zo luidkeels hebben aangekondigd. Ook bij het snaaien naar stukjes voer zijn de eenden de ganzen te snel af. Je ziet de ganzen dan wat verdwaasd om zich heen kijken met hun eigenwijze snaveltjes.

Wij vinden dat iedere keer grappig om te zien. ‘De ganzen deden er beter aan om te zwijgen als er voer in de buurt is,’ zegt Ahmad.